Deze week, op woensdag 15 oktober is het de

INTERNATIONALE DAG VAN DE WITTE STOK.

Een belangrijk hulpmiddel voor mensen met een visuele beperking. Ooit, voor mijn oogoperatie op 21 september 2023 was mijn zicht zo slecht dat ook ik met zo’n witte stok moest lopen. Voor mijn eigen veiligheid, maar ook om mijn weg te vinden. Dankzij een gelukte operatie gaat het nu stukken beter. Heb ik de witte stok niet meer nodig. Maar u begrijpt dat die witte stok voor de rest van mijn leven symbool staat voor de meest ingrijpende periode in mijn leven.

In de tijd dat mijn zich beperkt was, schreef ik voor zover nog mogelijk, de zorgen een beetje van mij af. Onderstaand één van die episodes. Als het een beetje wil lukken volgt er aan het einde van deze week nog zo’n verhaal. Om de WITTE STOK nog eens extra onder de aandacht te brengen.

CONFRONTATIE EN ACCEPTATIE (18-6-2023)

Mijn hersenspinsels zijn nogal random. Een soort van lotto machine waarvan ik niet kan bepalen welk balletje er op welk moment uitkomt. Heel soms komt er een nummertje uit waar ik niet van wist dat die er nog inzat. Verwacht geen logica. Maar het blijft leuk om te delen. Feedback en gesprekjes bij een kop koffie of thee bieden houvast. Houvast voor de weg die ik te gaan heb.

Onderdeel van die weg is ook de confrontatie en acceptatie. Veel meer dan eens. Toen ik 9 januari 2023 op de stoel van de oogarts zat, had ik geen weet van hetgeen 2023 voor me in petto had. Maar gaandeweg begonnen zich wel contouren af te tekenen die me bang maakten. Het begon met een dag wazig zien op vrijdag 13 januari. Gevolgd door een heel slechte dag op zaterdag 14 januari die me zo van streek maakte dat ik uiteindelijk met de ambulance werd opgehaald op verdenking van hartproblemen. Een nazeurende longontsteking, een verstoorde bloedsuikerspiegel, een bom medicatie en ogen die niet deden wat ik wilde. Een lekkere cocktail. Het hart was het niet, stelde men in het ziekenhuis vast. Gelukkig maar.

Daarna merkte ik, dat ik op het werk vanaf papier steeds slechter kon lezen. Zat ik voortdurende te zoeken naar andere beeldscherminstellingen om het mezelf makkelijker te maken. Ging ik overdag steeds vaker steeds langer steeds waziger zien. Vervolgens ging het hard. Autorijden was niet meer verantwoord, televisiekijken kon alleen ’s avonds laat of ’s nachts. Instellingen op mijn telefoon moest ik aanpassen of laten aanpassen. Afbeeldingen kijken kon niet meer. Facebook was een zo goed als gesloten boek. Niet meer zelf naar de winkel kunnen gaan of zelf iets kopen bij een webshop. Als tijdverdrijf schakelde ik over op luisterboeken, podcasts en heel veel muziek luisteren.

Een van de zwaarste klappen was het moment waarop ik besefte dat ik niet meer zelfstandig kon fietsen. Net achter de Kookepan in Neer op zondagmiddag 30 april 2023 brak mijn hart in 1.000 stukken. Niet meer zelf kunnen fietsen was voor mij de grens die ik niet over wilde gaan. Nooit over had willen gaan. Alsof je wakker wordt uit een verschrikkelijke nachtmerrie die de keiharde werkelijkheid is. Vertwijfeld, volledig buiten mezelf van woede en onmacht smeet ik de fiets van me af. Met mijn wederhelft en onze jongste als verbijsterde en wanhopig toekijkende getuigen.

Achteraf was dit een keerpunt. Mijn gezin en ook die fiets konden niks doen aan de ellende en verdiende mijn emotionele uitspattingen, hoe verklaarbaar ook, totaal niet. Die uitingen van onmacht en frustratie losten geen problemen op. Dat het daarna ook met kleine alledaagse dingen steeds lastiger werd en dat ik vaak niet alleen meer kon gaan wandelen, was verschrikkelijk. Maar de acceptatie was begonnen.

Wat volgde was dat ik dingen ging opruimen. Kleren die ik eigenlijk al lang had moeten wegdoen, kleren die ik niet meer ging gebruiken. Boeken die ik niet meer kon lezen en waarvan ik inmiddels een luisterversie op m’n telefoon had gezet. Kleine prullaria die ik al lang geleden had moeten wegdoen. Een hele berg paperassen.

Steeds meer mensen kregen weet van mijn problemen. Dat leverde veel hartverwarmende keuken- en tuintafel gesprekken op. Hulp die ons en vooral mij werd aangeboden. Niet alleen hulp bij eenvoudige doe dingen. Ook hulp bij de acceptatie. Bijvoorbeeld door me mee te nemen met wandelen. Twee kerels die innig gearmd de wegwerkzaamheden op Hanssum passeerden. Ik kon er wel mee lachen. Een gesprek over de noodzaak van een rood witte wandelstok met de juiste persoon op het juiste moment. Vrouw en/of vrienden die je meenamen naar feestjes waar ik nu toch even minder soepel bewoog dan voorheen. Zelfs samen alsnog op vakantie gaan bleef niet onbesproken.

Dan de rit op de duo-fiets. Onaangekondigd kreeg ik bezoek op vrijdagavond 9 juni. Vrienden met een duo-fiets. Ik hou wel verrassingen, maar deze had ik niet zien aankomen (welke wel tegenwoordig?). En dat was maar goed ook. Aan onze ronde tafel was al gesproken over de aanschaf van een tandem of iets dergelijks. Dat idee had ik natuurlijk direct verworpen. Was voor mij bruggen te ver. Maar nu had ik geen keuze. Beter gezegd, dit gebaar kon ik simpelweg niet weigeren. Ik wist wat de fiets betekende voor de vrienden in kwestie en hun aanwezigheid hier en nu met deze fiets was niet zomaar iets. We gingen op pad en met name het stukje Neer voelde vreselijk ongemakkelijk. Maar daarna. De fiets reed geweldig lekker, zat lekker en ik voelde mijn benen juichen. De traktatie bij Clevers was een echte traktatie.

Maar het ijsje viel in het niet bij de fietservaring op de terugweg. Eerst in het schemerdonker van Roermond naar Neer, maar toen in het volledige donker op volle snelheid van Neer naar Heytse. Het was heel erg donker. Ik zag hele stukken door het Leudal totaal niets, maar trapte volle bak zonder ook maar een vleugje angst. We gingen fantastisch hard en ik bewonder nu nog de stuurmanskunst van mijn kompaan. Dit maakte wel iets in me los zeg. Herinneringen aan vroeger van verre tochten op de wielrenfiets. Maar ook herinneringen aan de nachtelijke terugweg op de fiets na fuiven in godvergeten oorden. Je kon de volgende dag met geen mogelijkheid meer bepalen waar je was geweest. Dat waren vaak belevenissen zeg. Maar nu dan. In 40 kilometer van confrontatie naar acceptatie. Dat ging deze keer snel.

Ergens onderweg begon ik tegen mijn fietsmaat te orakelen over trainen voor de paralympics. “Hoezo trainen voor de paralympics?” vroeg hij. “Volgend jaar fiets je gewoon weer zelf.”

Gr Hans